Ruud, een buitengewone kerkganger
(klik op de foto om hem te horen spelen)
De bezoekers van de Plantagekerk kennen hem intussen wel. Spits gezicht, kort geschoren haar, sigaretje achter het oor, camouflagejack aan en vaak een oranje veiligheidshesje. Dat is Ruud. Elke zondag en ook geregeld doordeweeks wipt hij aan bij de kerk. Sinds kort op zijn bakfietsje, lopen vanaf ’s Heeren Loo was toch wel een endje. Ruud heeft een fijne band opgebouwd met koster Annemarie, en ook met de heren organisten. Als de deur open is, op donderdag koffiemorgen en voor de dienst, kruipt hij achter de vleugel, en liever nog achter het orgel. Een hele dienst uitzitten, daar heeft Ruud het zitvlees niet voor. Tegen het einde piept hij samen met de kinderen de kerk in, loerend naar het moment dat zijn collega (zo noemt hij hem) het orgel vrij geeft. Want Ruud is een getalenteerd mens. Achter de toetsen, daar is hij in zijn element. Uit het hoofd speelt hij tal van christelijke liederen. Daarbij kan hij ook aardig overweg met de voetpedalen. Helemaal zelf aangeleerd, vertelt hij, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Ook in de kerk van ’s Heeren Loo speelt hij nu en dan. Hij is trouwens voor zijn appartement op zoek naar een elektronisch orgel. Ruud is blij met zijn geloof. Met Pinksteren had hij zijn bakfiets opgesierd met geloofsgetuigenissen.
Dat is Ruud, een Paradijsvogel.